In het Geuzenliedboek staat een lied voor de verzetsvrouwen. U moet even voorbijgaan aan de literaire kwaliteit en aan uw gevoel voor hoogdravenheid. Want over beide valt wel wat te zeggen. Het gaat mij om de inhoud: aandacht voor de geliefden van de verzetsstrijders. Boeiend genoeg.
Vrouwen van Holland, voor ú een lied,
een nieuw lied voor u gezongen,
ter bemoediging in uw zielsverdriet
om uw broeder, uw man, uw jongen.
Zij werden geroofd van huis, van straat,
veroordeeld op valschheid en logen,
Maar geen heeft in doodsangst het gelaat
voor de Duitsche sadisten gebogen.
Waar haalden zij den moed vandaan?
Vrijheidsstrijders in trouwe!
Tegen hun hart sloegen harten aan
Van fiere Hollandsche vrouwen.
Vrouwen van Holland, voor u een lied,
een nieuw lied voor u gezongen,
uit eerbied voor het diep verdriet,
dat gij droegt en hebt verdrongen.
Marteling hebben de helden doorstaan,
Uw zoon, uw man, uw broeder.
Geen twijfel was in hun laatste gaan,
aan hun vrouw, hun zuster, hun moeder.
Geen vrijheid is zeker, duurzaam, groot,
geen toekomst valt te vertrouwen,
als mannen niet strijden tot der dood.
Dat wist gij, Hollandsche vrouwen.
Vrouwen van Holland, voor u een lied,
aan ons dankbaar hart ontsprongen.
Holland is vrij, of Holland is niet,
Een ander lied wordt niet gezongen.
Houd moed, de tijd heeft weldra uit,
dat beulen uw hart tempteeren.
Over de graven juicht nieuw geluid,
de vrijheid van Holland zal keeren.
Wij zien naar het teeken op in het land
van uw moed, uw geloof, uw vertrouwen.
Wat ook bezweek, uw hart hield stand.
O hart van Hollands vrouwen!
Een lied voor de vrouwen van Holland,
door Jan H. de Groot.
Dit gedicht dankt zijn ontstaan aan een uitlating van Hebe Kohlbrugge,
een der medewerksters van Vrij Nederland,
die in het voorjaar '42 zuchtte:
‘Steek de vrouwen nu eerst eens een riem onder het hart!’
Ook aandacht voor de plaats van koeriersters in het verzet
Een belangrijke taak in het verzet werd vervuld door koeriersters.
Soms waren dat geliefden van verzetsmannen, zoals bij Johannes ter Horst. Dat was zijn latere echtgenote Minie Schreurs. Vaak waren jonge vrouwen bekenden van verzetsmannen.
Geluidsfragment over het werk van koeriersters:
Rol van koeriersters in het verzet.
Bron: www.LO-LKP-docu.nl
Op deze 11e juni 1944 zit in het Huis van Bewaring te Zutphen een man, genaamd Wilhelmus Koenen vast. Koenen maakt deel uit van de LO-Achterhoek en is familie van mevrouw Kuipers-Rietberg, waar Ds. Slomp een tijd ondergedoken heeft gezeten.
Zo ziet het Huis van Bewaring er vandaag uit.
Zutphen was eeuwenlang een centrum van rechtspraak.
Eind 19e eeuw werd een nieuwe rechtbank gebouwd
en het bijbehorende Huis van Bewaring aan de Lunettestraat.
Er kwam ook een Jeugdgevangenis.
Vandaag zijn die alle afgebroken en verplaatst.
Het Huis van Bewaring in Zutphen bleef tijdens de bezetting
in gebruik als gevangenis en werd onder meer door de Sicherheitsdienst gebruikt,
met aan de leiding de gevreesde Ludwig Heinemann.
De informatie is binnengekomen dat Koenen, de volgende dag zal worden overgedragen aan de SD te Arnhem. Gezien de positie die Koenen in het LO-netwerk inneemt, bestaat het risico voor doorslaan en dat kan de organisatie in gevaar brengen.
Mevrouw Rietberg stuurt die zondagochtend een medewerker van de LO naar de Enschedese LO-leider Gerrit Breteler en vraagt of Johannes ter Horst met zijn KP niet een bevrijdingspoging kan doen.
Breteler weet dat Johannes in Arnhem is voor een bevrijdingsactie uit het Huis van Bewaring aldaar. Breteler neemt dan contact op met Cor Hilbrink, die op dat moment bij Theo Jongman in Hengelo is. Breteler is vergezeld van de Enschedese commies Henk Mulder.
Na een kort gesprek zegt Cor Hilbrink toe zijn best te doen om mensen bij elkaar te krijgen om een bevrijdingspoging te wagen. Al heeft hij weinig vertrouwen of het wel zal lukken. In ieder geval zullen Cor Hilbrink en Gerrit Breteler met de trein, die om half acht vanuit Enschede vertrekt richting Zutphen gaan.
Breteler stapt die avond om half acht op de trein in Enschede, en Cor Hilbrink en Gerrit Verbeek stappen in Hengelo in de dezelfde trein.
Omdat de trein van Hengelo naar Zutphen enkel spoor is, moet deze trein in Delden wachten op de tegemoetkomende trein uit Zutphen. Wanneer deze het station binnenrijdt, ziet Breteler in de eerste wagon Johannes ter Horst, Geert Schoonman en Dirk van Harten zitten. Breteler springt uit de trein en een paar kleine tekens zijn voldoende om Johannes, Geert en Dirk uit te laten stappen. Met z'n zessen gaat het nu weer richting Zutphen, alwaar het gezelschap om kwart voor negen aankomt.
Piet: "Zo kwamen we in Delden aan waar ik uit het raam ging kijken en ons een andere trein passeerde uit Enschede en die stopte ook in Delden. Daar keek Breteler (bleek later Gerrit Breteler te zijn) ook uit een raam (van de trein uit Enschede) en riep mij.
Ik zei tegen Johannes: "Daar roept ons één". Johannes keek ook. Zo stapten wij uit de trein en in de andere bij Breteler en die ging op weg naar Zutphen, want er moesten nog mensen uit het huis van bewaring in Zutphen worden bevrijd.
Met deze kraak heb ik niet meegedaan, want ik moest hen, die in Enschede waren, waarschuwen, dat alles goed was, wat dan ook hard nodig was, want er stonden een paar vrouwen bij de trein, die erg zenuwachtig waren. Johannes zijn verloofde, Geert zijn verloofde en mijn vrouw".
In de woning van Karel Rietberg aangekomen wordt door de groep nog even de tactiek doorgesproken. En om half elf die avond belt Cor Hilbrink, gekleed in een politie-uniform, aan bij de directeur van het Huis van Bewaring te Zutphen met het verhaal dat hij komt waarschuwen in verband met een op handen zijnde overval op het Huis van Bewaring door de KP.
Onder bedreiging van hun pistolen dwingen de KP'ers de directeur tot afgifte van de sleutels. Koenen wordt bevrijd. Zij overnachten in een leeg staande woning nabij de IJsselbrug.
Zonder het eerst zelf te weten blijkt dat Johannes ter Horst tevens de verloofde van Koenen uit het Huis van Bewaring te Arnhem heeft bevrijd.
Via de telex komt die nacht te 02.50 (12-6- 44) uur, eerst nog een lijst met de op 11 juni 1944 bevrijde personen uit het huis van bewaring te Arnhem, bij de politie Enschede binnen. Wat opvalt dat er bijna niemand vanuit Twente bij is.
Als nummer 15 wordt genoemd, de persoon om wie het ging: Evert Hendrik Jan Zwarts, geboren te Kampen, op 19-12-1891, wonende te Oosterbeek Oranje no. 106.
Op de overval in Zutphen, ook op 11 juni 1944 wordt zeer traag gereageerd. Vroeg in de ochtend van de 12de juni 1944 komt bij de politie Enschede, vanuit de alarmeringscentrale te Hengelo, waar alle berichten vandaan komen, het bericht binnen dat er een overval heeft plaatsgevonden heeft op het Huis van Bewaring te Zutphen.
Dit bericht luidt als volgt:
"Op 11-6-44 te omstreeks 22.30 uur, is een overval gepleegd op het Huis van Bewaring te Zutphen, door 5 personen, die per rijwiel zijn gekomen en vertrokken.
Zij hadden onder bedreiging met een revolver, de directeur, bewakers en mensen die bij de directeur op bezoek waren, gedwongen de sleutels van de cellen af te geven. Daarna zijn ze zelf in de cellen ingesloten.
Eén politieke gevangene is bevrijd, genaamd: Wilhelmus Johannes Koenen, geboren te Mierlo, op 13-9-20, electrotechnieker, wonende te Winterswijk, Zonnebrink no.27.
Hij was daar door de OvJ te Zutphen ingesloten terzake brandstichting en zou op Maandag 12 juni 44 ter beschikking worden gesteld van de SD te Arnhem.
Signalement van deze persoon:
Lang ong 1,85 m., lichtblond haar, hoog voorhoofd, lichtgrijze ogen, zonder baard of knevel, normaal postuur.
Signalement daders:
1e. Gekleed als wachtmeester der politie, oud 26 jaar, lang 1,75 m. sprak met een achterhoeks dialect. Deze was het die met de revolver dreigde. (Cor Hilbrink)
2e. Lang 1,85 m., bleek gezicht, bruine hoed, lichte regenjas. (Mogelijk Geert Schoonman)
3e. Lang 1,60 m. bril op, normaal postuur, donkerblauwe overjas, aktetas bij zich. (Waarschijnlijk Johannes ter Horst)
4e en 5e persoon geen signalement. Tevens hebben zij een rijwiel van een van de bezoekers meegenomen".
Een van de bevrijde gevangenen speurde na de oorlog zijn bevrijders op. Onder andere vond hij Piet Alberts. Deze gevangene was de burgemeester van Rossum. Genoemde burgemeester stond in de opsporingslijst als nummer 46 vermeld. Gelukkig werd hij nadien niet gearresteerd en kon hij in vrijheid dit bedankje doen. De persoon is genaamd: Adrianus Ferdinand Goelst-Meijer, Geboren te Amersfoort, 14-8-1892, wonende te Rossum, (Gld) Burgtstraat A83. (Zie voor de tekst van het bedankje slot hoofdstuk 9)
Alles liep gesmeerd dank zij medewerking van een bewaker. Ontroerd bedankt de 23-jarige Koenen de bevrijders, waarbij hij opmerkte: "Ik wou dat mijn verloofde ook zo gelukkig was. Die zit vast in het Huis van Bewaring in Arnhem." De jongens konden hem vertellen dat ook zijn verloofde eerder op dezelfde zondag was bevrijd. Zonder het eerst zelf te weten blijkt dat Johannes ter Horst tevens de verloofde van Koenen uit het Huis van Bewaring te Arnhem heeft bevrijd. Tenminste dat dacht hij.
Zo heeft hij met zijn groep in samenwerking met anderen op één dag twee gevangenissen gekraakt: de Koepelgevangenis te Arnhem en het Huis van Bewaring te Zutphen.
Je zou de 11de juni 1944 met recht een rijke zondag kunnen noemen. Maar dan met een unieke betekenis. Want de mannen waren niet naar de kerk geweest. En dan toch een gezegende zondag!
Achteraf werd duidelijk dat de verloofde van Koenen niet in het Huis van Bewaring vast heeft gezeten. Na haar arrestatie had zij zich bereid getoond voor de SD te gaan werken. Zij nam contact op met verzetsrelaties van Koenen, die haar vertrouwden en leverde hen aan de SD uit.
Toen haar verloofde daarvan hoorde en haar rekenschap wilde vragen, waarschuwde zij de SD. Dit had tot gevolg dat hij opnieuw werd opgepakt.
Koenen behoorde tot de velen die in de eerste week van september 1944 in Vught het leven lieten voor Duitse vuurpelotons. (Uit 'Koos' Michel, Mijn verzet in de Tweede Wereldoorlog, onder redactie van S.E.Scheepstra p. 97)
Weer zo'n gruwelijk voorbeeld van verraad.
"Deutschland erwache!
Deze vrouw is voor Jordaan het symbool van het verslagen Duitsland.
De roep weerklinkt: Duitsland, word wakker, je verschrikkelijke, duivelse rol is uitgespeeld.
De flessen zijn leeg, er is geen overwinning meer te drinken en nu komt het ontwaken.
Nu komt de grote kater. Het kale ontwaken met de adem vol as en met handen vol puin en bloed.