GERT SLINGSOVERVAL DIEPENHEIM
Hoofdstuk 7
OVERVAL OP HET DISTRIBUTIEKANTOOR TE DIEPENHEIM OP 22 APRIL 1944
Inleiding
Het wel of niet slagen van een overval hangt af van details. Alles moet meezitten, wil het slagen. Bij deze overval wil iemand niet de deur openen maar alleen een luikje.
Daar sta je dan met je goeie gedrag. Gelukkig vielen er geen slachtoffers. Het ging om een overval op een distributiekantoor.
Dat is wat anders dan op een gevangenis, waarin medeverzetsstrijders zitten die elk moment geëxecuteerd kunnen worden of weggevoerd naar een concentratiekamp.
Overval distributiekantoor te Diepenheim
Na de succesvolle bevrijding uit het Huis van Bewaring in Almelo, vindt Johannes het nu tijd worden, dat zijn verzetsgroep ook bonkaarten weet te bemachtigen ten behoeve van de onderduikers.
Een voorbeeld van een bon
voor verwarming.
Niet alleen brood en boter waren op de bon.
Een stamkaart van een baby
van 20 augustus 1942.
Ook baby's van niet-onderduikers
hadden een stamkaart nodig
om eten en verwarming te krijgen.
Zo nauwkeurig werd bijghouden
welke bonnen waren uitgekeerd.
In de nacht van vrijdag 21 op zaterdag 22 april 1944 vertrekt een auto vanaf de boerderij De Holterhof te Enschede. In deze auto zitten Johannes ter Horst, Geert Schoonman en Joop van Amerongen.
Johannes heeft het plan om in deze nacht het distributiekantoor in Diepenheim, dat in het gemeentehuis aldaar is gevestigd, te overvallen.
Het fraaie gemeentehuis van Diepenheim
Voor deze overval zijn volgens hem weinig mensen nodig, omdat hij een mogelijkheid weet daar op eenvoudige wijze binnen te komen en wel op het moment dat de burgerwacht, die in het distributiekantoor aanwezig is, afgelost wordt.
Uit voorobservaties weten ze dat deze wisseling om 01.00 uur 's nachts plaatsvindt. Ze zullen dan gewoon met de wisseling van de wacht mee naar binnen lopen. De burgerwacht zelf moet een eitje zijn. Door kordaat optreden van de overvallers zullen zij geen moeilijkheden ondervinden.
Het is kort voor 01.00 uur, wanneer de auto bij het distributiekantoor aankomt. De drie mannen wachten in de auto, daarbij het distributiekantoor in de gaten houdend.
Tegen 01.00 uur komen de eerste burgerwachters aan. Vervolgens stappen de drie overvallers uit de auto en lopen in de richting van dit kantoor. Inmiddels hebben zij om herkenning te voorkomen hun gezichten gemaskerd. De pistolen in de aanslag.
Door de aflossing is de deur van het kantoor niet afgesloten. Bij het zien van de gewapende mannen steken de wachters de handen omhoog.
Johannes roept dan: "Ik wil de sleutels van de kluis en snel een beetje!" De wachters geven te kennen dat zij niet in het bezit zijn van de kluissleutel. "De sleutel is in het bezit van de postcommandant", zegt een van de wachters. Johannes, Geert en Joop beramen zich hoe het nu verder moet. Ze moeten de sleutel bij de postcommandant ophalen.
Johannes vraagt: "Waar woont die commandant?" Het adres wordt vervolgens gegeven. Hierna bedwelmen de overvallers de wachters met chloroform. Geert blijft bij hen de wacht houden, terwijl Johannes en Joop naar het aangewezen adres van de postcommandant rijden.
Onderweg naar de postcommandant zegt Johannes:
"We moeten zien dat hij de deur opent. We moeten een smoesje verzinnen!"
Joop: "We zeggen dat we van de SD zijn. Dat moet lukken!"
"Ja, als de deur eenmaal open is, hebben we gewonnen!" antwoordt Johannes.
Bij genoemd adres aangekomen, belt Johannes aan. De postcommandant, die al ligt te slapen komt naar beneden:"Wie is daar?" vraagt hij.
Johannes roept: "Wij zijn van de Sicherheits Dienst. Er is iets gebeurd. Kunt u de deur openen?"
De postcommandant vertrouwt het niet helemaal en doet, alvorens de deur te openen, het luikje open en kan zo naar buiten kijken. Tevens doet hij het licht bij de voordeur aan.
De postcommandant schrikt zich rot wanneer hij twee gemaskerde mannen ziet staan. De overvallers Johannes en Joop hadden met het licht en het wantrouwen van de postcommandant geen rekening gehouden en beseffen dat nu de deur niet geopend zal worden.
Om toch iets te redden doet Joop een verwoede poging en steekt zijn hand met het pistool door het geopende luikje en richt deze op de postcommandant. Op dat moment kan hij de commandant niet meer zien en deze bedenkt zich geen moment en slaat het pistool van zich af. Daarna begint hij te schreeuwen en om hulp te roepen. In het normaal zéér rustige Diepenheim moet dit een hels kabaal geweest zijn.
Vol gas rijden Johannes en Joop weer richting distributiekantoor en halen Geert Schoonman af. Hierna rijdt de auto weer richting Enschede.
De groepscommandant der Koninklijke Marechaussee doet vervolgens een alarmeringsbericht uitgaan waarin behalve het relaas van de overval ook nog de signalementen worden vermeld:
"Een der daders was een slank persoon, terwijl allen ongeveer 25 a 30 jaar waren. Nader signalement niet bekend.
De groepscommandant voornoemd, verzoekt de O.A.V. (opsporing, aanhouding en voorgeleiding) van de onbekende daders."
DE OORLOG IN BEELD: HOE ERG HET WAS!
De "nieuwe (h)orde marcheert!"
"Achter het gefleem en gehuichel over grootmoedigheid en rechtshandhaving kwam de afschuwelijke werkelijkheid van het nationaal-socialisme aanmarcheren.
Had eerst de plompe, bespijkerde laars van 'das Militär' de Nederlandse akker vertreden - weldra volgden de bokspoot van 't gemaskerd verraad, de zachte gluiptred van de beul, het dreigend bonken van 't gebrek en achter in de stoet zowaar het manneke Mussert, de geleide Leider, met verbeten gezicht en parmantige parade-pas." (L.J. Jordaan)